Nu Willy Naessens de 60ste verjaardag viert van wat is uitgegroeid tot België’s grootste bouwer van logistieke gebouwen, blikt hij terug op de mijlpalen van zijn ondernemerscarrière. Samen met zijn commercieel directeur Luc Ysebaert kijkt hij ook vooruit naar de toekomst van logistieke gebouwen.
Willy Naessens’ ouders waren molenaars, maar het was in de kippenfokkerij dat hij zijn eerste bedrijf startte toen hij nog in zijn tienerjaren zat. Zijn interesse in voedingsproducten maakt nog steeds een belangrijk deel uit van de activiteiten van de groep (onder andere via Franky Fresh Food en Bourgon), maar lag ook onrechtstreeks aan de basis van de oprichting van de afdeling Bouw.
“Mijn grootste gok”
Logistics Management: Hoe kwam je erbij om je eerste gebouw te bouwen?
Willy Naessens: Ik ben in de eerste plaats een ondernemer die onder andere aannemer is geworden, en een ondernemer zoekt naar opportuniteiten. Het fokken van kippen vergde veel werk, maar bracht niet veel geld op. Toen ik merkte dat bouwbedrijven beter verdienden dan de boeren voor wie ze stallen bouwden, nam ik een klein metaalconstructiebedrijf over. Het duurde niet lang voordat we industriële gebouwen voor KMO’s bouwden. In 1982 kocht ik Megaton in Ninove, dat gespecialiseerd was in prefab betonelementen.
LM: Financieel was het een moeilijke tijd…
W. Naessens: Ja, ik was op de rand van een faillissement, maar nam een grote berekende gok!
LM: Hoe ben je er doorheen gekomen?
W. Naessens: Ik was zo gemotiveerd dat ik bij alle banken ben gaan aankloppen en gelukkig was er een die me steunde. Als dat niet was gelukt, was ik een fritkot gaan openen in Zuid-Frankrijk! Maar ik was ervan overtuigd dat beton de toekomst van de bouw was. Dat was het begin van de evolutie naar steeds grotere gebouwen en toen de logistieke sector zich eind jaren 90 begon te ontwikkelen, beschikten we over alle nodige expertise. Tot dan toe bouwden we meestal gebouwen van 3oo tot 4.000 m2.
LM: Wat voor klanten zijn grote logistieke gebouwen bij u gaan bestellen?
W. Naessens: Het eerste grote project was, denk ik, een magazijn dat MG Real Estate aan het ontwikkelen was voor InBev in Gent. Sioen plaatste toen ook meerdere bestellingen bij ons, maar dat waren vooral productiegebouwen. Destijds was 10.000 m2 al een groot project! Later hebben we ook een vertrouwensrelatie opgebouwd met o.a. WDP, Essers, Katoen Natie, ODTH, Goodman, Heylen Warehouses, Montea,… Kortom, de volledige Belgische logistieke vastgoedwereld.
LM: Waar vindt u vandaag de dag uw nieuwe groeipolen?
W. Naessens: We hebben 14 fabrieken die op volle capaciteit moeten draaien. Daarom hebben we filialen opgericht in gebieden waar we nog niet aanwezig waren, zoals Limburg, en vervolgens Nederland en Frankrijk. Kortom, alle regio’s binnen handbereik van onze fabrieken. Ondertussen zijn we uitgebreid naar Denemarken, Zweden, Roemenië.
Innovatie, een hefboom voor groei
LM: Helpt innovatie u ook om te groeien?
Luc Ysebaert: Zeker. We zijn nooit technische moeilijkheden uit de weg gegaan. Ik herinner me dat toen we begonnen met de bouw van het eerste gebouw van 30 meter hoog, mensen dachten dat we gek waren. Vandaag is dat dagelijkse kost. Er is ook de circulaire trend waarbij we binnenkort iets nieuws op de markt gaan aankondigen. Voor het einde van het jaar kun je normaal een aankondiging in die richting verwachten.
LM: Maken deze ecologische aspecten nu echt deel uit van de eisen van de klant?
L. Ysebaert: Ja, maar vooral van eindgebruikers. De afgelopen vijf jaar hebben we gezien dat projectontwikkelaars ook steeds veeleisender worden. Vroeger keken ze vooral naar de prijs per vierkante meter. Vandaag nemen beide soorten klanten de CO2-voetafdruk op in hun specificaties.
LM: Wat is het beste logistieke project dat je ooit hebt gedaan?
W. Naessens: Dat is een moeilijke vraag. Ieder project is anders, maar naar de toekomst toe zijn meerlaagse gebouwen zoals DPD Vilvoorde en WDP De Jong de referentie.
LM: Is dit een trend die zal aanhouden?
L. Ysebaert: Ja, willens nillens is er s minder land beschikbaar en het wordt steeds duurder. Dus gaan we meer in de richting van magazijnen van 28 of 30 meter en magazijnen van twee of drie verdiepingen. We zijn in gesprek met klanten om magazijnen te bouwen waar vrachtwagens tot niveau +2 kunnen rijden, 30 meter boven de grond. Binnen 5 jaar zullen we dit soort magazijnen ook in België hebben. Dit zijn totaal andere, veel zwaardere gebouwen.
W. Naessens : En daar hebben we het voordeel dat we onze eigen fabrieken hebben voor de productie van betonelementen.
LM: Gaan we ook in de diepte bouwen?
L. Ysebaert: Momenteel is het nog te duur in vergelijking met bouwen op hoogte. Voorlopig is de enige sector waar diep wordt gebouwd die van de ondergrondse parkeergarages.
LM: Bouwen in de grond kan nog steeds voordelen hebben voor temperatuurgecontroleerde magazijnen…
L. Ysebaert: Misschien, maar onze betonproducten kunnen dezelfde prestaties leveren in een hoogbouw, zoals we bewezen hebben bij Barry Callebaut en De Leeneer in Lokeren.
Een familiegroep
LM: Tot slot, waarom denk je dat Willy Naessens een familiegroep moet blijven?
W. Naessens: Als ik mijn bedrijf verkoopen verkoop, dan verkoop ik mijn ziel. Dus zolang ik leef, is Willy Naessens niet te koop. Ik heb de boodschap doorgegeven aan de volgende generatie. De familie moet de touwtjes in handen houden en we willen de familiewaarden behouden die ons zo succesvol hebben gemaakt.
_
Verticale integratie
“Wat we zelf doen, doen we beter”. Dat is de slogan van Willy Naessens. “Vandaag controleren we 90% van de waarde van een gebouw, inclusief het transport. Behalve elektriciteit doen we bijna alles zelf,” legt Luc Ysebaert uit. Dit streven naar verticale integratie werd dit jaar verder aangetoond met de overname van Smeetrans.
_
Op Transport & Logistics Antwerpen neemt Luc Ysebaert deel aan het panel ‘Trends in logistiek & industrieel vastgoed, the year(s) after’. Deze sessie vindt plaats op dinsdag 17 oktober van 11u30 tot 12u30 bij Conference Dock 3.
