Het Europees Parlement stemde gisteren met een comfortabele meerderheid voor het voorstel van de Commissie om een nieuwe Euro 7-norm in te voeren voor voertuigen met verbrandingsmotoren. De industrie is gerustgesteld, maar de milieulobby is woedend.
De aangenomen tekst handhaaft de huidige grenswaarden voor lichte voertuigen, die sneller geëlektrificeerd zouden moeten worden. Aan de andere kant worden er strengere limieten voorgesteld voor de uitstoot van bussen en vrachtwagens, die zowel koud als warm getest zullen worden. De tekst bekrachtigt ook het principe van de beperking van schadelijke emissies van emissievrije voertuigen: deeltjesemissies van remmen en banden zullen in de norm worden opgenomen. De tekst bevat ook hogere minimale prestatie-eisen voor de duurzaamheid van accu’s voor auto’s en lichte bedrijfsvoertuigen.
Dit voorstel (dat later deze maand tijdens de plenaire vergadering van het Parlement zal worden aangenomen) zal de onderhandelingspositie van het Parlement met de regeringen van de EU vormen. Maar aangezien het in lijn is met een positief advies dat de Raad afgelopen september al heeft uitgebracht, lijkt een fundamentele verandering onwaarschijnlijk.
De gisteren aangenomen tekst lijkt de IRU gerust te stellen, die spreekt van ‘pragmatische’ maatregelen, terwijl de fabrikantenvereniging ACEA voorzichtig is en waarschuwt dat de nieuwe limieten nog steeds zware investeringen van merken zullen vergen, bovenop de inspanningen die ze al moeten doen om nulemissiemodellen te ontwikkelen.
Aan de andere kant is de milieulobby woedend. Transport & Environment betreurt het dat de tekst die gisteren is aangenomen het oorspronkelijke voorstel van de Commissie heeft teruggeschroefd: de toegestane Nox-niveaus worden verdubbeld en er worden geen strengere limieten opgelegd aan lichte bedrijfsvoertuigen. T&E betreurt ook dat de testvoorwaarden voor vrachtwagens niet veel strenger zullen zijn dan bij Euro 6 en dat de Euro 7-norm op zijn vroegst in 2030 van kracht wordt.