De federale regering heeft gisteren in de ‘kern’ een akkoord bereikt over een wetsvoorstel van minister Petra De Sutter (Groen). Onder de behouden beginselen (die nog in wetgeving moeten worden omgezet na overleg met de sector): een minimumuurloon, verplichte rusttijden en verplichte opleiding.
Petra De Sutter, o.a. elast met de overheidsbedrijven en bpost, vecht al maanden tegen bepaalde abnormale situaties in de pakjessector, met name in structuren die uitsluitend werken met zelfstandige bezorgers, die worden betaald per geslaagde levering. “We moeten een einde maken aan lange werkdagen van 4 euro per uur. Wij zullen pakketbezorgers beschermen tegen misbruik. De pakketsector zal transparant en veilig worden en niet langer een plaats voor uitbuiting zijn”, aldus de minister.
Het opleggen van een minimumpercentage bezorgers met een vast contract is onmogelijk gebleken, maar vier maatregelen zijn bedoeld om de misstanden te bestrijden die de sociale inspectie sinds begin dit jaar heeft geconstateerd:
- Er moet volledige transparantie komen over de identiteit van de bezorger, het soort contract dat hem verbindt met de hoofdklant en de keten van onderaanneming. Deze informatie moet te allen tijde beschikbaar zijn voor de inspectiediensten;
- bezorgers zullen worden onderworpen aan een “tijdregistratiesysteem”. Deze maatregel sluit aan bij de verplichting om bestelwagens voor internationaal vervoer vanaf 1 juli 2026 uit te rusten met een digitale tachograaf. België zou daarmee het eerste land zijn dat dit soort apparatuur in het nationale vervoer verplicht stelt;
- een minimumuurloon zou worden opgelegd aan alle onderaannemers, ongeacht of zij KMOs zijn of als zelfstandige werken;
- Welzijnscoördinatoren zullen verantwoordelijk zijn voor de opleiding van het leveringspersoneel in hun rechten en plichten. Zij zullen ook een plan opstellen om risico’s op te sporen en inbreuken te voorkomen.
Afspraak begin 2023
In dit stadium zijn dit slechts beginselverklaringen. De minister zal deze nu bespreken met de sector en de andere betrokken ministeriële kabinetten (Arbeid, Mobiliteit, Middenstand en Zelfstandigen), met het oog op de opstelling van een wetsontwerp dit najaar.
Binnen de beroepsfederaties roept dit vooruitzicht geen enthousiasme op. Namens Febetra meent Philippe Degraef dat het reeds bestaande wetgevingsarsenaal ruimschoots volstaat om misbruiken te bestrijden. “Als de toepassing van de bestaande regels al zou worden gecontroleerd, zouden veel misbruiken al worden voorkomen”, zegt hij. “Controleren we bijvoorbeeld de transportvergunning die alle bedrijven moeten hebben die lichte voertuigen met een laadvermogen van minstens 500 kg gebruiken? Wordt er gecontroleerd of de opdrachtgevers hun onderaannemers onredelijk lage transportprijzen opleggen?” Degraef vraagt zich ook af hoe de minister een minimumloon voor een zelfstandige zou gaan opleggen. Wat betreft het gebruik van de tachograaf, die gekoppeld zou zijn aan de naleving van de rij- en rusttijden, herinnert hij eraan dat deze in ieder geval slechts van toepassing zou zijn op in België ingeschreven voertuigen tot juli 2026 en dat het risico dus zou zijn dat in België pakketten worden bezorgd door in het buitenland ingeschreven voertuigen.
