Ronny Joos (CEO Gheys Group): “Meer vraag naar logistiek door stijging import petrochemie”

Dit interview verscheen in Logistics Management 68

Onder meer onder invloed van de e-commerce ging de laatste jaren veel aandacht naar de hoogtechnologische logistiek, geautomatiseerde warehouses, gerobotiseerde pickingsystemen, enzovoort. Hierdoor kregen minder ‘spectaculaire’ takken van de sector geringer aandacht, hoewel ook zij uitgekiende knowhow vergen. Tijd voor verandering, dus. Ronny Joos, CEO van bulkspecialist Gheys, licht de trends en evoluties toe in de logistiek van petrochemische producten.

 

Logistics Management: Kunt u ter inleiding eerst Gheys Group schetsen?

Ronny Joos: Onze groep is gespecialiseerd in transport en logistiek van bulk voor de sectoren petrochemie, feed en voeding. De kern van de activiteiten is de petrochemie. Ze vertegenwoordigt zo’n 90% van de omzet, maar de twee andere zijn groeiende. Gheys heeft vier vestigingen in België – Mol (de bakermat), Beringen, Genk en Aarschot (na de overname in 2021 van Kristotrans) – en één in Nederland, via de overname van Witlox Logistics Oirschot, eveneens in 2021. Vandaag stellen we zo’n 580 mensen tewerk. In het transport is de petrochemie en meer bepaald de polymeren de belangrijkste tak en, als terugvracht, dat van granulaten en mineralen. Daarnaast doen we ook – via Kristotrans – transport in bulk voor de voedingssector.

Logistiek voor de petrochemie

De logistieke tak concentreert zich 100% op de petrochemische producten. Beringen is de grootste site, waar ook de meeste logistieke activiteit plaatsvindt. Mol is een kleinere site. In Genk doen we logistiek inhouse bij een klant.

LM: Wat behelst die logistieke activiteit?

Joos: Aanvankelijk verzorgde Gheys het transport van verpakte goederen in de streek rond Mol, onder meer voor de petrochemische sector. Toen de sector in de jaren 1980 massaal overstapte naar bulkgoederen, volgden we de trend. Kort daarna startten we met logistieke activiteiten om die lokale industrie te ondersteunen. Al gauw bleek de locatie in Mol te klein, zodat wij in 1997 beslisten om een terrein van 22 ha in Beringen/Tessenderlo te kopen, dat sindsdien tot 60 ha werd uitgebreid. Inmiddels zijn deze terreinen al voor meer dan de helft bezet met opslagsilo’s voor polymeren, magazijnen voor verpakte goederen en octabins, installaties voor gespecialiseerde dienstverleningen, opslag in open lucht en een containerterminal voor barges.

LM: Is het niet moeilijk om in een sector als bulk toegevoegde waarde te creëren?

Joos: Oorspronkelijk was dat het geval: lokale producenten vroegen ons om de opslag te verzorgen van hun ‘overflow’ en weinig meer. Maar in de petrochemie zijn de laatste jaren – en zeker sinds de energiecrisis – de importstromen enorm toegenomen. Die vragen niet alleen veel meer ontpakken en verpakken, maar ook andere diensten zoals drogen, ontstoffen, zeven, mengen, enzovoort.

De vraag naar de logistieke behandeling van die importstromen groeit dus aanzienlijk, terwijl de lokale stromen de afgelopen jaar stagneerden of zelfs daalden. Daarom beslisten we om te investeren in bijkomende capaciteit in Tessenderlo, met 32 silo’s die vorig jaar in gebruik werden genomen en met 10.000 m² extra magazijnen die binnenkort operationeel zullen zijn. Daarnaast kochten we 30 bijkomende silowagens, onder meer voor het vervoer van polymeren naar klanten in Nederland. Vandaag beschikken we over zo’n 300 trekkers en dubbel zoveel silo-, container- en huifopleggers.

LM: Hoe verhouden transport en logistiek zich in de omzet?

Joos: Dit jaar zullen we zo’n 95 miljoen omzet realiseren, waarvan 65% voor rekening van het transport en 35% voor dat van de logistiek. Dat aandeel wint de laatste jaren fors aan belang.

We hadden ons tot doel gesteld om dit jaar de kaap van de 100 miljoen te ronden, maar door de daling van de volumes – omwille van de economische crisis in Europa en meer bepaald in Duitsland – zijn we er niet in geslaagd. In 2023 stagneerde de omzet. Wij verwachten wel om ons doel in 2024 te realiseren.

LM: Hoe hard treft de crisis de petrochemie? Is de lokale productie bedreigd?

Joos: De petrochemische bedrijven in Europa zien zwarte sneeuw. Veel draaien met verlies. In België zijn ze export-georiënteerd, naar de rest van Europa. Daarnaast zijn er de productiebedrijven in de havens die ook overzee exporteren. Producten die overzee worden geproduceerd zijn goedkoper en de vraag naar import steeg dan ook de laatste jaren overal in Europa. Door de crisis neemt vandaag de vraag naar polymeren en andere grondstoffen wel af in Europa en dus dalen de volumes. Dat is vooral in het transport te voelen. De magazijnen zijn daarentegen behoorlijk gevuld. En hoe groter de import, hoe groter de behoefte aan bufferstocks. Ondanks de krimp in de markt zijn er dus toch logistieke opportuniteiten.

LM: Daalt die vraag niet ook omdat plastic steeds vaker bekritiseerd wordt?

Joos: Plastics zijn inderdaad omstreden, dat is waar. Maar het is niet het bannen van rietjes en lepeltjes dat de vraag zal beïnvloeden. Men mag de voordelen niet vergeten. De vraag naar grondstoffen voor plastic zal groot blijven, al verwacht ik niet dat ze nog veel zal groeien. Niet omwille van het slechte imago, maar omdat de markt matuur is. Overigens zullen sectoren als de bouw, de automotive of de industrie plastic blijven gebruiken, maar er wel duurzamer mee omgaan. En er komen meer ecovriendelijke en gerecyclede plastics op de markt.

LM: Is het omdat de markt in de chemie matuur is, dat Gheys meer inzet op sectoren als voeding en voeders?

Joos: Niet echt, neen. Wij investeren in die markten omdat we opportuniteiten zien, niet uit vrees. Deze sectoren leunen nauw aan bij onze hoofdactiviteit. Trouwens, ook de voederlogistiek staat momenteel onder druk door de vergunningsproblematiek waarmee de landbouw te kampen heeft. Deze kan de vraag naar de toekomst toe negatief beïnvloeden. De vergunningsproblematiek is trouwens in veel sectoren in Vlaanderen en bij uitbreiding België een kopbreker. De drempels zijn steeds talrijker. Het bekomen van een omgevingsvergunning voor een silo of magazijn is een hindernissenparcours geworden.

LM: Zou u daardoor in de toekomst liever in het buitenland willen groeien?

Joos: Neen. Wij willen in eerste instantie in België groeien. Beringen is centraal gelegen in de Blauwe Banaan en dus dicht bij de grootste verbruikscentra en niet in het minst bij Duitsland. In de toekomst zouden wij kunnen overwegen om logistieke activiteiten buiten België op te starten, maar enkel als een klant daar echt behoefte aan heeft. Er zijn al contacten geweest die echter niet verder gingen dan wat gesnuffel.

LM: Vandaag staat duurzaamheid hoog op de agenda. Hoe vult Gheys de vraag naar duurzaam transport en logistiek in?

Joos: Onze logistieke site te Beringen is bijvoorbeeld CO2-neutraal. Onze drie windturbines daar dekken ons volledig jaarverbruik aan elektriciteit af. Er zijn zelfs overschotten die we op het net zetten maar die wij op termijn zullen gebruiken om in batterijen op te slaan voor het laden van elektrische vrachtwagens. Wij zitten nog in het leerproces. Zo hebben we voor Kristotrans een Volvo FH Electric gekocht in samenspraak met Boortmalt en AB Inbev. Die zal tussen Boortmeerbeek en Leuven pendelen, een afstand die ideaal is voor een e-truck. Alle drie de partijen doen een inspanning op gebied van prijs en nuttige lading.

Hieruit willen we leren en klaarstaan wanneer de elektrische trucks meer matuur zullen zijn. Hoe dan ook zal de vraag naar eigen elektriciteit toenemen en zullen we verder investeren in extra zonnepanelen.

LM: Hoe actief is Gheys op gebied van de binnenvaart?

Wij gebruiken de binnenvaart al heel lang op onze sites in Mol en Beringen. De eerste stap werd in 2001 gezet door een eigen containerterminal in Mol te bouwen. Vandaag zijn de volumes daar wel eerder beperkt. Beringen daarentegen kreeg een veel grotere rol vanwege de toegenomen importstromen en de ligging langs het Albertkanaal.

Sinds 2018 doen we een beroep op de directe waterverbinding tussen de haven van Antwerpen en Beringen. Met barges worden containers aan- en afgevoerd via de terminal die direct op onze site gelegen is. Die heeft er een oppervlakte van 20.000m² en een capaciteit van 50.000 TEU. Er is overigens een verdere uitbreiding met 10.000 m² beschikbaar.

De vraag naar binnenvaart – die volledig ten dienste staat van de logistiek – stijgt mee met de importstromen. Zo hebben we onlangs een nieuwe klant verworven met een trafiek van meer dan 100.000 ton per jaar. Dankzij de binnenvaart zullen dus véél vrachtwagenritten vermeden worden. Tegelijkertijd zal de logistieke activiteit in Beringen met 10% stijgen onder meer dankzij die nieuwe stromen.

Logistieke capaciteit in België

  • Mol: 60 silo’s, 10.000 palletplaatsen, containerterminal
  • Beringen: 450 silo’s, 50.000 palletplaatsen (+ 10.000 aan het eind van het jaar)
  • Genk (inhouse logistiek)

 

lees ook

Aankomende Events

ONTVANGT U ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF NOG NIET? MELD JE DAN NU AAN!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
transport media logo