Met minder dan een jaar te gaan voor de verkiezingen van 2024, maakt de UPTR de balans op van de thema’s die volgens haar goede vooruitgang hebben geboekt tijdens de huidige legislatuur, en gaat met de eer strijken voor sommige successen.
Terwijl het gebrek aan interesse van de huidige federale minister van Mobiliteit Georges Gilkinet in kwesties van wegvervoer te betreuren valt (en de manier waarop het pilootproject voor elektrische bestelwagens van 4,25 ton werd geschreven is daar een treffend bewijs van), is Michael Reul (directeur van de UPTR) minder streng: “Hij heeft tenminste de transporteurs met rust gelaten, in tegenstelling tot een zekere Renaat Landuyt enkele jaren geleden”.
Terwijl een aantal dossiers vooruit konden dankzij de gezamenlijke standpunten van de verschillende transportfederaties, is Michael Reul verheugd dat hij vooral op een aantal punten vooruitgang heeft geboekt: “We hebben al ons gewicht in de schaal gelegd voor de kwestie van de nacht- en weekendarbeid in de logistiek, met als resultaat dat de sector de ondertekening heeft verkregen van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 16 januari 2020 over nachtarbeid en van 19 januari 2023 over weekendarbeid voor logistiek personeel dat onder het Paritair Comité 140 valt. 03 En ik ben blij te kunnen zeggen dat we in deze kwestie konden rekenen op verantwoordelijke vakbonden; het akkoord dat we hebben bereikt zou waarschijnlijk onmogelijk zijn geweest in de retailsector.”
Een andere kwestie die de UPTR nauw aan het hart ligt, is het toestaan van combinaties van 44 ton in grensoverschrijdend vervoer tussen twee lidstaten die 440 ton toestaan. Dit zal uiteindelijk worden opgelost door de herziening van de Europese Richtlijn 96/53/EG, maar Michael Reul is ervan overtuigd dat het beroep dat de UPTR en Fediex hebben aangetekend bij de Franse Conseil d’Etat tegen de protectionistische maatregel van de Franse staat heeft geholpen om de aandacht van de Europese Commissie op het probleem te vestigen.
Bepaalde kwesties waarin de UPTR haar eigen standpunt heeft verdedigd, zijn nog niet opgelost, zoals de representativiteit van de transportsector binnen Paritair Comité 226: “Meer dan 55% van de werknemers die onder Paritair Comité 226 vallen, werken in een transport- of logistiekbedrijf. Toch zijn deze meer dan 2500 werkgevers niet rechtstreeks vertegenwoordigd in het Paritair Comité. Om deze situatie aan te klagen, hebben alleen wij een beroep ingediend bij de Raad van State om de aanstelling van de Werkgeversfederatie als werkgeversvertegenwoordiger – de enige – aan de tafel van het Paritair Comité 226 nietig te laten verklaren”, legt Michael Reul uit. Deze kwestie zal opnieuw opduiken wanneer de mandaten vernieuwd moeten worden.
Op gewestelijk niveau ijvert de UPTR voor een nieuwe Waalse regeling voor de boetes in verband met de kilometerheffing, nadat ze sinds 2016 regelmatig heeft gewezen op de ‘onaanvaardbare’ houding van de Waalse administratie.
Wat is Michael Reuls grootste spijt van de afgelopen vier jaar? “Dat België volledig in de steek is gelaten door Frankrijk over de kwestie van de cooling-off. Er zou een gemeenschappelijk standpunt zijn, maar Emmanuel Macron heeft zijn woord volledig opgegeten.” Het lijdt echter geen twijfel dat de toekomstige legislatuur de UPTR de komende jaren genoeg zal geven om de tanden op te knarsen…
