Caroline Van der Perre, zaakvoerder bij Carotrans, zakt af naar het circuit van Zolder voor de opnames van Transport & VAN.TV met een opvallende toevoeging aan de vloot van haar bedrijf: als een van de eersten in België rijdt de transporteur uit Houthulst met een trekker-opleggercombinatie met in de hoofdrol de volledig elektrische Volvo FH. En dat pionierswerk smaakt naar meer. 

“De toevoeging van een elektrische trekker-oplegger aan onze vloot is de logische volgende stap in de verduurzaming van onze bedrijfsprocessen,” zegt Van der Perre. De elektrische Volvo FH is sinds januari van dit jaar op de baan voor het recyclagebedrijf RAFF-plastics. “In de recyclagebusiness is een duurzaam voertuig een troef,” klinkt het. “Zeker op het vlak van CO2-certificatie maakt een elektrische truck het verschil voor klanten.” De elektrische FH is momenteel de enige elektrische truck van in totaal elf vrachtwagens in de vloot van Carotrans.

Een aanpassing is het elektrisch rijden wel. De trekker-opleggercombinatie heeft een laadvermogen van 22 ton. De oplegger is wel aangepast om de wettelijke maximum draaglast van de trekas niet te overschrijden. Met een autonomie van 300 kilometer is het inplannen van laadbeurten voor langere trajecten een must. “Het betekent dat je moet vooruitplannen en routes moet aanpassen in functie van de laadpunten onderweg. Ook de garage moet worden aangepast. Onze chauffeurs worden begeleid in de transitie. Maar er is nog werk aan het uitbouwen van adequate laadinfrastructuur, zeker in Wallonië,” meent Van der Perre. Met tussenladen haalt de FH 500 kilometer per dag.

Wanneer het gaat over het verschil achter het stuur, spreekt Caroline Van der Perre uit ervaring: ze is de FH zelf gaan testen bij Volvo in Zweden. “De truck trekt wat vlotter op dan een reguliere truck en remmen gaat ook bruusker, maar de rust en het comfort achter het stuur zijn grote troeven. Als de evaluatie na enkele maanden testen gunstig is, zijn we zeker te vinden voor de aankoop van nog twee of drie elektrische vrachtwagens. Daar moet dan wel aan worden toegevoegd dat de ondersteuning voor deze investeringen vanuit de overheid echt een must is.”